Visie op kamerbewoning

 

Het woon-winmodel

Jongeren die zelfstandig willen wonen gaan meestal ‘op kamers’. Ze huren dan van particuliere huizenbezitters. Huren is vaak een combinatie van praktisch nut en luxe zoals we dat kennen van huurski’s, -auto, -appartement of -boot tijdens een vakantie. De huurder betaalt wat meer voor de luxe zoals een zorgeloos kortstondig gebruik van courant en goed onderhouden materiaal. Structureel en door de krappe markt gedwongen huren voor langere perioden bij huisvesting is echter van een heel andere orde.

  • Met kamerbewoning hebben wij onze maatschappij zo ingericht dat onze jongeren de duurste woon-vierkante-meters structureel huren.
  • Mensen die hun eerste huis willen kopen worden starters genoemd terwijl zij al een woonhistorie van jaren lange (kamer)huur achter de rug hebben en geen eigenvermogen hebben kunnen opbouwen.
  • Spaarders krijgen geen rente meer op hun banktegoeden.
  • Het woon-winmodel is een win-win oplossing voor zowel spaarders als starters op de woningmarkt.

Het kapitaal en de winvereniging
Leden van de winvereniging zijn spaarders die hun geld beschikbaar stellen aan de winvereniging middels Afgezonderd Particulier Vermogen (APV). De winvereniging koopt daarmee woningen en wordt in het kadaster ingeschreven als eigenaar. Via een onderhandse huurverkoop aan een woonvereniging treedt de winvereniging vervolgens op als juridisch eigenaar van de woning.

Het huis en de woonvereniging
De woonvereniging bezit het huis als economische eigenaar middels huurkoop en is verantwoordelijk voor alle economische zaken zoals de maandelijkse kosten (belasting, rente, aflossing en onderhoud) en ook de opstalverzekering. Dat regelen de bewoners/leden van de woonvereniging door een bestuur te vormen die de economische verantwoordelijkheden verdeelt over de leden.
Anders dan bij huurbazen, wooncoöperaties en wooncorporaties zijn de bewoners dus economisch eigenaar van de woning; ieder voor dat deel van de woning dat hij/zij bewoont. Hierdoor kunnen de bewoners vermogen opbouwen door de maandelijkse aflossing op de voorfinanciering en door degelijk onderhoud. Wanneer een bewoner vertrekt, wordt het opgebouwd vermogen (de aflossing) uitgekeerd door de winvereniging en zal voor de nieuwe bewoner een aanvulling op de lening worden aangegaan bij diezelfde winvereniging. 

Middel en Doel voor beide verenigingen
Het middel is het eigenaarschap en het beheer. Het doel is zelf de vruchten te plukken van eigenaarschap. Als spin-off realiseert het woon-winmodel een samenleving waar de menselijke maat en het contact voorop komt te staan.

  • Bewoners en financiers zijn verantwoordelijk voor en daardoor betrokken bij hun directe leefomgeving.
  • Een eigen woning realiseert lagere woonlasten voor bewoners zodat ze meer geld hebben voor andere bestedingen.
  • Spaarders realiseren hogere rente-inkomsten.
  • Grotere zelfredzaamheid en eigenwaarde van een grote groep jongvolwassen medeburgers.

Kortom, het geld circuleert tussen de betrokken mensen zelf. Banken, huisbazen en corporaties spelen hierin geen rol en zijn daardoor ook geen kostenpost voor betrokkenen.

De uitdaging
HenK wil het woon-winmodel op nationaal niveau introduceren. We verwachten dat er veel energie nodig zal zijn om dit concept van financiering en eigendom mogelijk te maken. Het feit dat jongeren in de afgelopen decennia al aangetoond hebben de panden waar zij in wonen ruimschoots te kunnen financieren, overtuigt.
Maatschappelijk betrokken partijen zullen deze vorm van woningfinanciering als eerste omarmen waarop andere zullen volgen. Omdat er geluiden zijn dat in de nabije toekomst van kopers steeds meer eigen kapitaal inbreng geëist kan worden bij de aanschaf van hun koopwoning, is het concept van HenK eerder het ei van Columbus dan enkel een goed idee. Immers, wie een tijd woont in een HenK pand bouwt dat eigen kapitaal op.

Ben je geïnteresseerd?
Neem dan contact op met HenK en ontvang ons document ter validatie. Het woon-winmodel heeft meerdere vangnetten tegen risico van vastgoedbezit. HenK is op zoek naar deelnemers voor de eerste pilot’s.